Vrouwgeestmolen

In 1634 werd polder Vrouwgeest gesticht om als veenontginningsgebied in gebruik te worden genomen. In 1756 gaf het Hoogheemraadschap Rijnland toestemming tot vervenen, bedijken en droogmaken en werd de polder samengevoegd met een deel van de polder Gnephoek (aan de zuidkant) tot Veen- en Droogmaking in de gecombineerde Gnephoek- en Vrouwgeestpolder. Eerst werd het gebied verveend (de veen werd afgegraven om als turf als brandstof te worden gebruikt in de Hollandse steden). Er stond toen een kleine wipmolen om het gebied te ontwateren. Door de veenwinning ontstond een groot meer in de polder dat men direct weer wilde droogmalen.

 

Oorspronkelijk wilde men een tweedehands molen kopen en hier bouwen. Dit lukte niet. Toen ontstond het plan om een nieuwe molen te bouwen. De Alphense timmerman en molenmaker Hendrik Kooperdraat bouwde in 1797 de Vrouwgeestmolen voor ƒ 19.800,00. Deze maalde het gebied (150 ha met een hoogteverschil van 4,20 m) in 2 jaar droog.

De Vrouwgeestmolen zorgde bijna 200 jaar voor de bemaling van deze polder. In 1968 werd de polder samengevoegd met de polder Oudendijk en werd een electrisch gemaal gebouwd. De Vrouwgeestmolen is nu nog op vrijwillige basis in bedrijf, maar dient ook vaak als ondersteuning bij zware regenval. De Vrouwgeestmolen werd in 1970 overgenomen door de Rijnlandse Molenstichting en daarna in meerdere onderdelen gerestaureerd en vernieuwd.

De molen is een rietgedekte achtkante grondzeiler en kan daardoor vanaf de grond bediend worden. De molen werkt door middel van een stalen vijzel, een “schroef van Archimedes” om het water uit de polder omhoog te malen naar de Heimanswetering.

De huidige molenaar Hans Vrolijk is de 6e generatie Vrolijks die deze molen bemalen: Cornelis Vrolijk (1797-1829), Jan Vrolijk (1829-1872), Aart Vrolijk (1872-1915), Cornelis Willem Vrolijk (1915-1950), Karel Pieter Vrolijk (1950-2008) en Hans Vrolijk vanaf 2008.

Bij de molen is een kano-aanlegplaats. Ook is er een bed&breakfast, www.logerenbijdemolen.nl